Twee vermogensbestanddelen in box 3, die nu onder de categorie overige bezittingen vallen met het bijbehorende hoge forfaitaire rendement, worden alsnog overgebracht naar de categorie banktegoeden. Het gaat om het aandeel in de reserves van een vereniging van eigenaars (VvE) van appartementen en om geld, dat op een derdengeldenrekening van een notaris of een gerechtsdeurwaarder staat. Het forfaitaire rendement voor banktegoeden past bij nader inzien beter bij het rendement op dit vermogen dan het rendementspercentage voor overige bezittingen. Voorgesteld wordt deze aanpassing met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 te laten gelden.
Het kabinet stelt daarnaast voor om onderlinge vorderingen en schulden in box 3 tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen te defiscaliseren. Dat wil zeggen dat deze vorderingen en schulden niet tot de rendementsgrondslag van box 3 behoren. Voorgesteld wordt ook deze aanpassing met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 te laten gelden.
Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 18-09-2023
Ander nieuws
- Geen fiscale eenheid bij enkel houden van certificaten
- Bestuurder voetbalclub vrijgepleit van vergrijpboete bij spelerstransfer
- Hoge Raad: Belastingdienst moet horen vóór naheffing omzetbelasting
- Cryptohandel met trading bot is bron van inkomen
- Laag tarief bij tijdelijk gebruik van meer dan zes maanden
- Aanmaningskosten terecht, ondanks beroep op verjaring